Foto van Christine Pollmann die op de oranje Levvel stip staat
image/svg+xml
Gepubliceerd op 29 september 2022

Op de stip: Christine Pollmann

In deze rubriek nodigen we iemand uit om op de stip te komen staan en te vertellen over zijn/haar/hen relatie met Levvel. De eerste persoon op de stip is Christine Pollmann, strategisch  beleidsadviseur sociaal domein bij de gemeente Amsterdam en projectmanager van het Bovenregionale Expertisenetwerk Jeugd Noord-Holland.

Nieuws

Verbetering van de jeugdhulp

Christine Pollmann draait al even mee in de jeugdhulp: “Ik ben begonnen toen de jeugdhulp nog bij de provincies lag, inmiddels al een paar wetgevingen geleden. In mijn werk zet ik me in voor kinderen in de knel, dat is mijn drijfveer. Ik probeer jeugdhulporganisaties te faciliteren zodat we met elkaar stappen kunnen maken richting innovatie en kwaliteitsverbetering. Wat ik doe is eigenlijk prikkels geven om met elkaar tot meer kennis, meer leren én onorthodoxe oplossingen te komen. Dat maakt dat het jeugdbeleid mij nog steeds boeit, ik heb me nog geen dag verveeld.”

Tussen wal en schip

Christine is nu onder andere betrokken bij het Bovenregionale Expertisenetwerk Jeugd Noord-Holland. In 2019 werd vanuit de Tweede kamer opgeroepen om bovenregionale expertisenetwerken op te richten als reactie op de signalen van wanhopige ouders en jongeren over niet-helpende hulp. Als ouders bij de lokale of regionale hulp geen gehoor of begrip vinden moet vanuit een bovenregionaal expertisenetwerk bijgesprongen worden om expertise en ondersteuning toe te voegen. Er zijn er acht in het land. De bovenregionale expertisenetwerken focussen op kinderen met co-morbiditeit: kinderen die te maken hebben met meervoudige en complexe problemen, vaak ook in een complexe context. Door de juiste mensen aan elkaar te verbinden, wil het netwerk de hulp verbeteren zodat alle jeugdigen in Noord-Holland zo thuis mogelijk kunnen opgroeien. Christine: “Het gaat hier om jeugd en jong volwassenen tot 23 jaar die tussen wal en schip vallen en niet de juiste hulp krijgen omdat niet alle problemen in samenhang worden gezien. Dat willen we verbeteren. De experts die betrokken zijn, zijn allemaal mensen met kennis van de hulpverlening: behandelaars, begeleiders, ervaringsdeskundigen en projectleiders. We schakelen met elkaar, zoeken de juiste experts om mee te kijken bij de casuïstiek en we ondersteunen bij het organiseren van de hulp. Daarbij werken we zo lokaal en regionaal mogelijk. Het Bovenregionale Expertisenetwerk Jeugd Noord-Holland is dit jaar tot augustus bij 28 casussen betrokken. Dit is ongeveer de helft van de van de casussen die bij de regionale expertteams in Noord-Holland terecht komen. We denken mee en zijn betrokken bij ondersteuning of procesregie.”

Verbindende netwerken

Het Bovenregionale Expertisenetwerk Jeugd Noord-Holland werkt ook samen met het programma ‘Een Thuis voor Noordje’, ook een netwerkorganisatie van gemeenten, jeugdhulpregio’s, samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs, gecertificeerde instellingen en jeugdhulpaanbieders dat zich richt op de hulp voor jongeren die een verblijfs- en intensieve behandelbehoefte hebben. 
Christine: “We werken vanuit deze netwerken nauw samen. Ik schuif ook aan bij de overleggen over Een Thuis voor Noordje. Het zijn verbindende netwerken, we trekken samen op en stemmen af. En werken aanvullend aan elkaar. In die samenwerking zagen we dat veel kinderen met co-morbiditeit in de gesloten jeugdhulp terechtkwamen. Daarvan hebben we met elkaar gezegd: dat willen we niet meer, geen kind meer gesloten. Maar wat dan? Hoe bied je wel de juiste hulp aan deze kinderen? Samen met Een Thuis voor Noordje zijn we kleinschalige woonvoorzieningen aan het organiseren: vormen van onvoorwaardelijk wonen. Dat is financieel lastig, want dat is erg duur. Dus hoe organiseer je dat? En we zagen dat het erg zwaar was voor de groepsleiding, die hield het bijna niet vol. Daar hebben we toen begeleide intervisie voor bedacht. Een gezamenlijke intervisie, voor een gemixte groep met medewerkers van diverse organisaties. Eigenlijk een vorm van Noord-Hollands-breed leren. Dit bieden we ook aan aan de gedragswetenschappers en behandel-coördinatoren die de groepsleiding coachen. Met Een Thuis voor Noordje zoeken we ook de verbinding met het onderwijs. We kijken niet alleen naar nul uithuisplaatsingen, maar ook naar nul uit-school-plaatsingen. Hoe houden we kinderen binnen boord? Dat is het mooie van die netwerken, we werken vanuit een gedeelde doelstelling.”

Foto van Christine Pollmann die op de oranje Levvel stip staat

Lef en visie

Christine heeft regelmatig met Levvel te maken: “Bij Levvel zit veel expertise. Dus dan vragen we medewerkers om mee te denken in de adviesgroep van het netwerk. Maar ook bij het in gang zetten van nieuwe ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld bij geen kind meer gesloten of bij de ontwikkeling van kleinschalige voorzieningen, speelt Levvel een rol. Dat de bestuurders zich hierover hebben uitgesproken, is van belang. Dan kan je vanuit een gedeelde visie samen optrekken en echt het verschil maken. Dat verschil heeft Levvel ook gemaakt met de fusie van Spirit, de Bascule en Lijn5.  Als je die zorg samen kunt brengen, beter elkaars taal spreekt, dan kan je een echte omslag maken. En van elkaar leren. Bijvoorbeeld in het diagnostisch traject, of in het werken met ongemotiveerde ouders. Ik heb er veel respect voor dat Levvel die cultuurverschillen aanging, dat vergt lef en visie. En het is goed gelukt.” Voor echte verandering is vaak een lange aanloop nodig. “Dat zie je in de beweging naar nul separaties in de JeugdzorgPlus. De Koppeling is voorloper geweest in het adresseren van de wens om kinderen niet gesloten te plaatsen. Levvel is in z’n eentje gaan roepen en je ziet waar dat toe leidt.” Toch is er ook ruimte voor verbetering: “Ondanks escalerende casuïstiek, best passende oplossingen en verklarende analyses met concreet handelingsperspectief, wordt er toch nog te vaak ‘nee’ gezegd en valt er een kind door de mazen van het net. Daar moeten we met zorgorganisaties en Een Thuis voor Noordje naar kijken: hoe zorgen we ervoor dat we ‘ja’ kunnen zeggen, dat het wél kan, en wat en wie is er dan nodig voor support? Hoe kunnen we kinderen uit onze provincie ook binnen de provinciegrenzen opvangen? Daarin zou ik meer een trekkersrol willen zien vanuit Levvel.”

Toekomstbeeld

“Ik hoop dat Levvel en alle andere jeugdhulporganisaties nog veel meer als netwerkorganisatie kunnen gaan werken. Met doorlaatbare organisatiegrenzen. Minder organisatie maar meer netwerk. Waarbij gemixte zorgteams de hulp bieden die nodig is, vanuit een ‘neutraal’ gebouw, niet instellingsgebonden. Dan kun je nog beter kijken naar wat er nodig is, in plaats van uit te gaan van je aanbod. Hoe we daar komen? Ik heb het antwoord niet, maar geloof dat daar oplossingen uit kunnen komen die beter passen bij deze ingewikkelde groep kinderen.“

Meer weten?

Wil je meer weten over het Bovenregionale Expertisenetwerk Jeugd Noord-Holland en 'Een Thuis voor Noordje'?
Je leest het in de Nieuwsbrief van het Bovenregionale Expertisenetwerk Jeugd Noord-Holland.

Benieuwd wie er de volgende keer op de Levvel-stip staat?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, dan ontvang je de volgende nieuwsbrieven (met de rubriek 'Op de stip') in je mailbox.

Ik wil de nieuwsbrief ontvangen